02 juni 2011

Château Grand Ferrand Bordeaux Supérieur 2006

Ik vond het wel weer eens een keertje tijd voor een Bordeaux. Ik koos een Bordeaux supérieur die ik voor 3 euro bij de kelderrestantenopruiming bij wijnhandel van Ouwerkerk had gekocht. Alcoholpercentage 12,5% druivenrassen: merlot, cabernet sauvignon en malbec, verhoudingen niet vermeld. Wijnen in de opruiming konden niet geruild of teruggebracht worden, aanschaf voor eigen risico. Het was ook wel heel weinig geld voor een Bordeaux. Bij het ontkurken viel me al gelijk de kristallen aan de onderkant van de kurk op. Ik wist dat het iets met wijnsteenzuur te maken had, maar het fijne wist ik er niet van. Googelen bracht me bij Wikipedia, die er het volgende over weet te melden: "Het in de druiven aanwezige wijnsteenzuur kan reageren met kaliumionen aanwezig in wijn. Daarbij wordt kaliumtartraat gevormd, in de vorm van kristallen. Het voorkomen van deze kristallen zegt niets over de wijnkwaliteit (hoewel sommigen beweren dat de kristallen op lekkere wijn wijzen). Het komt vooral voor bij wijnen die grote temperatuursschommelingen hebben ondergaan. Het kaliumtartraat is één van de weinige onoplosbare kaliumzouten!". Einde citaat. Ik vond het al vreemd dat die kristallen daar zaten ondanks dat de fles altijd gelegen heeft, althans bij mij dan. Ik zou denken dat die dan weer oplossen, maar hier is dus te lezen waarom niet. De helft van de inhoud van de fles karaffeerde ik. Het eerste glas schonk ik vanuit de fles. Het baksteenkleurige zweempje viel op, ondanks dat Bordeaux' bewaarwijnen bij uitstek zijn en deze fles pas uit 2006 kwam, dus toch al ouderdomsverschijnselen. De geuren die opkwamen veranderden elke keer dat ik met het glas walste. Het was geen positief aroma, ook "natte vaatdoek" was er weer eens bij. Even het glas laten rusten voordat ik een slok neem. Daarbij vielen gelijk de aanwezige tannines op, die had ik ook wel verwacht, maar ook de zuren. Aanvankelijk begonnen ze nog gematigd, later zou het zuur de overhand krijgen. Ik besloot de rest van de fles ook te karafferen en bij het laatste restje was droesem en weer die kristallen waarneembaar. Die liet ik in de fles achter. Met tussenpozen van een uur probeerde ik telkens weer een glas, maar op een gegeven moment kreeg ik zelfs buikpijn, of in ieder geval was het daar aan het rommelen. Ik besloot een dag te wachten met het volgende glas. Wat er toen alleen nog maar overbleef was zuur, zuur, zuur! Analytisch proeven stond me nu even tegen en het lukte me dan ook niet. Het zuur was zo dominant dat ik het er bij liet. Het stukje in Wikipedia heeft het over grote temperatuursschommelingen en misschien is dat bij deze wijn wel het geval geweest.